Als je de doos, iets groter dan het handzame A5 formaat, opendoet dan kom je daarin de volgende onderdelen tegen:
Het centrale kruispunt van het spel is zoals een kerkplein van een dorp. Hier begint en eindigt elke weg die je in het spel bewandelt. De grondplaten bestaan uit de vier posities van het zogenaamde NLP coachmodel oftewel NLP werkmodel (een ander woord voor hetzelfde). Deze posities zijn:
Veel NLP coaches hanteren een dergelijk model in hun coaching en in veel NLP opleidingen geeft dit model cursisten houvast in het leren van NLP.
Bij elke grondplaat hoort 10 opdrachtkaarten. Tien kaarten gaan over het hanteren, toepassen van hulpbronnen. Tien kaarten gaan over het ‘te lijf gaan’ van hindernissen. Tien kaarten zoomen in op de huidige situatie en brengen de beleving ervan in kaart. Tien kaarten helpen je om de gewenste situatie verder te achterhalen, ontdekken en overwinnen. In feite zijn belangrijke NLP technieken en principes toegespitst op de vier ‘sferen’ van dit coachmodel waardoor je meteen leert hoe je NLP snel kunt leren en er als coach mee kunt werken. Je komt hierbij veel compact weergegeven NLP-technieken.
Een coach heeft niet alleen aandacht voor de vraag van zijn cliënt maar reflecteert ook op zijn eigen inbreng. Dat doe je met de coachkaarten. Daarin vind je als coach vragen over jouw eigen houding en gedrag door een NLP bril bekeken. Hierbij kun je denken aan vragen als: Heb ik nog voldoende rapport? Hanteer ik de NLP vooronderstellingen nog? Ben ik nog fair witness? Heb ik het representatiesysteem (zintuiggebruik) van mijn cliënt duidelijk? De observator en meta (de coach van de coach: zie handleiding) houden aan de hand van de coachkaarten af en toe een time-out, dat is het feedback moment van de coach. De coachkaarten laten de coach leren om op zichzelf te reflecteren.
Hierin tref je drie belangrijke bronnen aan. Allereerst uitleg over de grondplaten, opdrachtkaarten, modelkaarten en coachhoek kaarten. Vervolgens geeft de handleiding je wat achtergrond informatie over de belangrijkste basismodellen en NLP technieken. Tenslotte, waar een handleiding voor bedoeld is, krijg je uitleg over de drie speelwijzen en spelregels (alhoewel die er eigenlijk niet veel zijn). Bij elke speelwijze is er sprake van 4 rollen: coach, cliënt, observator en meta. Wanneer het spel met 3 personen wordt gespeeld dan is observator ook meta!
NLP kent een aantal basismodellen, die aan de basis liggen van de meeste NLP technieken. De 6 setjes modelkaarten helpen je om met een perifere blik naar een coachvraag van een medecursist of cliënt te kijken. Je kiest er als coach voor om met je cliënt over een of meerdere van deze modellen te lopen. Alleen al het in beeld hebben van de 6 modellen verruimt je blik en daarmee je coachbewustzijn. De volgende 6 NLP modellen kom je op het speelveld tegen:
Het doel is ik wil leren om met NLP te werken. Ik coach jou, jij bent dus mijn cliënt en ik oefen met de toolkit en heb jou als cliënt nodig om te kunnen spelen. De observator/meta geeft feedback en dient het leerproces van de coach.
Wij gaan samen spelen met NLP, we beheersen elementen al en nu is het tijd voor vrij spel. NLP spelenderwijs dus. De meta geeft de coach opdrachten, die de coach met de cliënt uitvoert. De coach wordt door de meta verrast met onverwachte opdrachten en wendingen en moet zich zo door het spel heen spelen. De meta leidt de coach en de cliënt staat in dienst van de coach.
De vraag van de cliënt is een leidend beginsel. Deze vorm is noodzakelijk wanneer de vraag van de cliënt belangrijk voor de cliënt is, er sprake is van kwetsbaarheid of focus bij de coach op de situatie van de cliënt. De coach staat in dienst van de cliënt en gebruikt de toolkit om zo optimaal mogelijk de cliënt te coachen. De observator geeft feedback en meta staat de coach bij.